Dirkzwager legal & tax

Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen: civiele en fiscale aspecten
16 September 2019
Op 21 februari is het voorontwerp van het Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen (concept wetsvoorstel) ter consultatie voorgelegd. Het concept wetsvoorstel beoogt een moderne, duidelijke en eenvoudige regeling te geven die enerzijds de ondernemer faciliteert en anderzijds een passende bescherming biedt aan schuldeisers en zekerheid aan het handelsverkeer. In deze bijdrage zoomen we nader in op de civiele en fiscale aspecten.

Inleiding

De huidige wetgeving over de personenvennootschappen stamt uit de 19e eeuw en beantwoordt volgens de wetgever onvoldoende aan de behoefte van de praktijk. Er zijn eerdere pogingen ondernomen tot modernisering van de wetgeving. Deze zijn echter allen gestrand in de politieke arena. Ook nu "leeft" het voorontwerp weer. Dit is mede te zien aan de hoeveelheid reacties die op het concept wetsvoorstel is gekomen.

In tegenstelling tot de huidige wetgeving voorziet het wetsvoorstel slechts twee rechtsvormen:
de vennootschap; en
de commanditaire vennootschap (hierna: CV).

Een vennootschap wordt in het concept wetsvoorstel gedefinieerd als "de overeenkomst tot samenwerking tot de uitoefening van een beroep of bedrijf met inbreng door ieder van de partijen, vennoten, met het oogmerk voordeel te behalen en dit met elkaar te delen". Een CV op haar beurt wordt gedefinieerd als "een vennootschap waaraan naast een vennoot, een commanditaire vennoot deelneemt, die niet verbonden is voor de verbintenissen jegens derden". In de praktijk worden de begrippen besloten en open CV vaak gehanteerd. Hierover leest u meer in het fiscale onderdeel van deze blog.

Civiele aspecten

Rechtspersoonlijkheid

Een belangrijk aspect van het concept wetsvoorstel is gelegen in het feit dat het rechtspersoonlijkheid toekent aan de vennootschap en de CV vanaf het moment van hun ontstaan. Het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid heeft als voordeel dat de vennootschap zelfstandig drager van rechten en plichten wordt en hierdoor vergeleken kan worden met een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ("BV"). Dit betekent dat de goederen die de vennoten inbrengen aan de vennootschap toebehoren en niet langer aan de vennoten gezamenlijk. Het gevolg is dat de overdracht van bijvoorbeeld registergoederen aan de vennootschap en de toe- en uittreding van vennoten eenvoudiger wordt.

Aansprakelijkheid / draagplicht

Ingevolge het concept wetsvoorstel zijn de vennoten naast de vennootschap hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap jegens derden, echter, alleen voor zover de wederpartij aannemelijk maakt dat de vennootschap niet aan de verbintenis zal voldoen. Een belangrijke uitzondering hierop is het geval dat aan één specifieke vennoot een bepaalde opdracht is toevertrouwd. In dit geval is de betreffende vennoot naast de vennootschap voor het geheel aansprakelijk jegens derden ter zake van een toerekenbare tekortkoming.

Een toetredende vennoot is slechts verbonden voor verbintenissen van de vennootschap die zijn ontstaan na zijn toetreden. Voor een uittredende vennoot geldt dat hij gedurende vijf jaar aansprakelijk blijft voor de op het moment van uittreden bestaande verbintenissen van de vennootschap.

Voor de CV geldt dat een commanditaire ofwel stille vennoot in beginsel niet verder bijdraagt in de verliezen van de CV dan tot het bedrag van de overeengekomen inbreng. Verwezen wordt ook naar de paragraaf over vertegenwoordiging hieronder.

Inschrijving en notariële akte

Inschrijving van de vennootschap in het handelsregister is - behalve voor de CV - niet verplicht. Een vennootschap die niet is ingeschreven kan geen registergoederen verkrijgen en geen erfgenaam zijn. Deze vennootschap is dus beperkt rechtsbevoegd.

Ingevolge het wetsvoorstel is voor het aangaan van een vennootschap of een CV geen notariële akte vereist. Rechtspersoonlijkheid anders dan nu kan worden verkregen zonder tussenkomst van de notaris.

Zekerheidsrechten

Het concept wetsvoorstel bepaalt dat een pandrecht of recht van vruchtgebruik kan worden gevestigd op een recht op uitkering, een vergoeding bij uittreding en, voor zover overdraagbaar, de rechtsverhouding van de vennoot. Beoogd wordt om hiermee de mogelijkheden tot aantrekking van financiering te vergroten en de verschillen met een BV te verkleinen.

Vertegenwoordiging

Net als onder de huidige wetgeving is iedere vennootschap ingevolge het concept wetsvoorstel bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Dit is anders voor de CV, waar de bevoegdheid slechts toekomt aan de beherende vennoten. Een commanditaire vennoot mag de CV slechts vertegenwoordigen indien zij hiertoe expliciet volmacht heeft gekregen. Indien het handelen krachtens deze volmacht door de commanditaire vennoot een belangrijke oorzaak is voor het faillissement van de CV, is de commanditaire vennoot jegens de bedoel hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag van de schulden die niet door vereffening kan worden voldaan.

Fiscale aspecten

Personenvennootschappen worden vaak gebruikt voor ondernemings- en beleggingsactiviteiten. Daarbij wordt de CV in de praktijk regelmatig gebruikt voor onder andere (vastgoed)beleggingsstructuren, vermogensbeheerstructuren en privacybeschermingsstructuren. Vanuit fiscaal oogpunt geeft de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de CV meer flexibiliteit bij de opzet van dergelijke structuren.

In het concept wetsvoorstel is momenteel nog niet de bijbehorende Invoeringswet opgenomen. In de Invoeringswet zullen onder meer de aanpassingen voor de fiscale wetgeving worden opgenomen.

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (hierna: NOB) heeft inmiddels wel haar reactie gegeven op het conceptwetsvoorstel.

De verwachte fiscale gevolgen werken wij onderstaand nader uit.

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en dividendbelasting

De praktijk pleit er voor om personenvennootschappen weer als hoofdregel aan te merken als fiscaal transparant voor de heffing van vennootschapsbelasting. Dit houdt in dat de vermogensbestanddelen en resultaten van de personenvennootschappen worden toegerekend aan de achterliggende vennoten.

Daarbij zou - evenals onder de huidige fiscale wetgeving – de mogelijkheid moeten blijven bestaan dat een personenvennootschap voor de heffing van vennootschapsbelasting als niet-transparant blijft kwalificeren. Een niet-transparante personenvennootschap (zoals de open CV) is zelfstandig belastingplichtig voor de heffing van vennootschapsbelasting.

Met een open CV wordt bedoeld dat, buiten het geval van vererving of legaat, toetreding of vervanging van commanditaire vennoten kan plaats hebben zonder toestemming van alle vennoten. Dit is het zogenoemde toestemmingsvereiste.

Indien sprake is van een unaniem toestemmingsvereiste van alle vennoten, kwalificeert de CV als transparant. In de praktijk wordt dit ook wel de besloten CV genoemd.

De NOB roept expliciet op om het unanieme toestemmingsvereiste voor de toetreding en vervanging van vennoten te heroverwegen. In het verlengde hiervan roept de NOB ook op om het beleid voor de criteria van fiscale transparantie ten aanzien van buitenlandse samenwerkingsverbanden te heroverwegen. De heroverweging van het unaniem toestemmingsvereiste zou een zeer wenselijke tegemoetkoming zijn voor de praktijk, zodat structurering met CV's flexibeler en gemakkelijker wordt voor de praktijk

Het is afwachten of het kabinet het unanieme toestemmingsvereiste in heroverweging neemt.

Let wel, de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan Nederlandse personenvennootschappen zou gevolgen kunnen hebben voor de fiscale kwalificatie (transparant of niet-transparant) van deze personenvennootschappen door andere landen.

Overdrachtsbelasting

Het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan personenvennootschappen heeft ook gevolgen voor de heffing van overdrachtsbelasting.

Bij rechtspersoonlijkheid behoort het vennootschapsvermogen in eigendom aan de personenvennootschap zelf toe. De opvolging van vennoten, zoals bij toetreding, uittreding of vervanging, in een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid zou op basis van de huidige wetgeving niet kunnen leiden tot de heffing van overdrachtsbelasting.

De personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid zal dan ook naar verwachting onder het regime van artikel 4 Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 worden gebracht, waardoor bij de verkrijging en/of uitbreiding van een kwalificerend belang in een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid overdrachtsbelasting verschuldigd kan zijn door een vennoot.

In de praktijk is al opgeroepen om vrijstellingen voor de heffing van overdrachtsbelasting op te nemen voor de volgende situaties:
1.Verkrijging van rechtspersoonlijkheid door inschrijving in het handelsregister en daarmee samenhangende levering van de juridische eigendom aan de personenvennootschap;
2.Inbreng van een onroerende zaak in een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid; en
3.Beëindiging rechtspersoonlijkheid van een personenvennootschap en de daarmee samenhangende levering van de juridische eigendom aan de vennoten.

Tot slot

In deze blog hebben wij de civiele en fiscale gevolgen van het concept wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen in hoofdlijnen besproken. Wij houden u uiteraard op de hoogte over de ontwikkelingen van het concept wetsvoorstel.

Mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze blog, neemt u dan contact op met Deline
Kruitbosch (civiel) en Jondalar van Heugten (fiscaal).

» Ga naar de link
Contactgegevens
Dirkzwager legal & tax
Van Schaeck Mathonsingel 4
6512 AN Nijmegen